Augurken zijn een beetje in de vergeethoek geraakt. De vruchten zijn korter en stekeliger dan die van komkommer, maar ze zijn beter ziekteresistent. Zoals alle vruchtgroenten verdragen augurken geen vorst! Ze kunnen prima buiten gedijen, maar kunnen ook in kas geteeld worden. Je kan ze laten klimmen of kruipen langs de grond. Ze zijn dankbaar om een zonnige standplaats en goede luchtcirculatie.
Augurken vragen een goede bemesting. Eerst en vooral brengen we best een grote hoeveelheid stalmest of compost aan, deze vullen we aan met een samengestelde, minerale meststof en halverwege de zomer geven we best nog een bijbemesting.
Augurken doen het goed op verschillende grondsoorten op voorwaarde dat de vochtvoorziening en drainerende werking van de grond goed zijn. Ze hebben veel water nodig, maar liefst in kleine hoeveelheden. Plant de potkluit niet te diep, zodat de stengel niet met teelaarde in contact komt. Augurken moeten niet gesnoeid worden.
Echte meeldauw of witziekte uit zich in een wit schimmelpluis boven op de bladeren dat uiteindelijk alle bladeren van onze plant aantast. We kunnen de ziekte vertragen door de aangetaste bladeren te verwijderen. De ziekte bestrijden is moeilijk bij al oude planten. Gelukkig begint de ziekte meestal maar op het einde van de zomer (de schimmel houdt van warme dagen en vochtige nachten), zodat we al een rijke oogst van onze planten gehad hebben.
Augurken kunnen tot 1 week bewaard worden bij een temperatuur van 10-13 °C.
5 cm